1. Wanneer heb ik een veiligheidscoördinator nodig?

Er is een veiligheidscoördinator nodig op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waar werken worden uitgevoerd door ten minste twee aannemers, die tegelijkertijd of achtereenvolgens tussenkomen.

Wie bedoelt men met de aannemer? Het kan zowel een bouwdirectie uitvoering zijn, nl. de hoofdaannemer of meerdere aannemers, als een onderaannemer, als een onderaannemer van een onderaannemer, als een zelfstandige. Hierbij wordt slechts één uitzondering gemaakt, nl. voor de opdrachtgever-particulier-zelfbouwer. Deze wordt niet aanzien en meegeteld als aannemer. Anderzijds wordt een nutsmaatschappij die, met een verkoopsovereenkomst, een aansluiting realiseert op de bouwplaats teneinde achteraf energie, water en dergelijke te leveren, aanzien als aannemer. Dat geldt ook voor een leverancier van beton, prefab-elementen, gewelven, stellingen en dergelijke.

Wat wordt er bedoeld met achtereenvolgens? De werken moeten elkaar niet per se onmiddellijk opvolgen. Er kan ruime tijd liggen tussen de werken van 2 of meerdere elkaar opvolgende aannemingen.

2. Wie stelt een veiligheidscoördinator aan?

Bouw minder dan 500m²: De architect stelt de veiligheidscoördinator aan of bij ontstentenis van een architect valt de aanstelling van een veiligheidscoördinator ten laste van een van volgende partijen: de bouwheer; de aannemer die als eerste een overeenkomst afsluit met de bouwheer of die als eerste op de bouwplaats tussenkomt.

Bouw je meer 500 m²: De bouwheer stelt de veiligheidscoördinator aan.

3. In welke fase van het bouwgebeuren wordt een veiligheidscoördinator aangesteld?

De veiligheidscoördinator wordt aangesteld als de voorontwerpen klaar zijn en de architect aanvangt met het tekenen van het definitieve plan.

4. Wat moet een veiligheidscoördinator doen?

In de ontwerpfase: Opmaken van een V&G-plan (veiligheids- en gezond-heidsplan). Dit bevat aanbevelingen en adviezen die eigen zijn aan de betreffende werf en aan de werf-omgeving, zoals constructies die speciale preventie en/of veiligheidsmaatregelen vragen, aanwezigheden van scholen, ziekenhuizen, woonwijken, … in de omgeving van de werf. Er wordt gekeken naar de bereikbaarheid van de werf, moet er rekening gehouden worden met markten, kermissen of andere organisaties, moet er rekening gehouden worden met het spitsuur. Al deze dingen worden op voorhand bekeken en worden in adviezen geformuleerd en in het lastenboek opgenomen, zodat de eventuele aannemers op voorhand weten wat er zich afspeelt op en in de omgeving van de werf en hiermee rekening kunnen houden, zowel in hun prijsopgave als in de goede praktijk van de werf.

Openen van het PID (postinterventiedossier). Hierin worden aanbevelingen en adviezen gegeven in verband met het veilig gebruiken en onderhouden van een gebouw, aanbevelingen die ook nuttig zijn bij een eventuele latere verbouwingen of bij het afbreken van het gebouw. Dit dossier dient bij elke overdracht van eigendom bij de notariële akte gevoegd te worden om te worden overgedragen aan de nieuwe eigenaar. In de uitvoeringsfase

Eventueel, na overleg met de aannemers, het V&G-plan aanpassen.

Uitvoeren van werfbezoeken. Tijdens werfbezoeken wordt nagegaan of er wordt gewerkt zoals in het V&G-plan is voorop gesteld en of de wet op welzijn, de Codex en het ARAB wordt nageleefd. Hiervan wordt een verslag met adviezen gemaakt en bezorgd aan de betrokken partijen. (aannemer(s), architect en bouwheer). Aanvullen van het PID.

Ten laatse 6 maanden na de ingebruikname van het gebouw worden al deze documenten overgedragen aan de bouwheer.

Aanvraag offerte : jelle.carpentier@studar.be